Doris Schillings Van Gogh

In het najaar verzorgt kunsthistorica Doris Schillings drie lezingen over uiteenlopende onderwerpen in Eygelshoven. Deze keer over het leven en het werk van de tragische schilder Vincent van Gogh.

Over Vincent van Gogh

Vincent van Gogh (1853 – 1890) twijfelt of hij predikant wil worden als zijn vader of kunsthandelaar als zijn oom. Voor beide volgt hij korte opleidingen en ontwikkelt een sterk gevoel van medeleven voor de mensen. Door zijn karakter heeft hij echter grote problemen in de omgang; enerzijds is hij gevoelig, medelijdend, anderzijds ongeremd, heftig; hij neigt tot somberheid en is gesloten.

Als predikant werkend begint hij te tekenen en te schilderen; eerst somber en duister zoals de arme mensen leven in de kolenstreek, de veenkoloniën en op het platteland. “De Aardappeleters” zijn hier een duidelijk voorbeeld van.

Wanneer naar Parijs gaat, ontdekt hij met de Impressionisten het licht en de kleuren. Tientallen vrolijke taferelen uit het bonte stadsleven schildert hij, in twee jaar 231(!), totdat de stad hem te druk wordt ook wegens zijn zwakke gezondheid en hij weer naar het platteland vlucht.
In Arles stimuleert de zuidelijke warmte met haar vibrerende kleuren hem en hij werkt in een bezeten tempo aan landschappen en bloemen, vooral zonnebloemen en irissen. Helaas maken ziektes steeds duidelijker deel uit van zijn leven. Zij worden ook zichtbaar in zijn werk; o.a. in taferelen van eenzaamheid. Zo wordt ieder schilderij eigenlijk een zelfportret van de gemoedsgesteldheid. Zowel die van de cafés in Arles, als van de sterrenhemels met steeds heftigere kosmische bewegingen, welk schouwspel een spiegel is van zijn getormenteerde ziel. Zijn laatste levensjaar brengt hij in een psychiatrische instelling door; hij lijdt onder voortdurende ‚zenuwinzinkingen’. Hier heeft hij een eigen atelier en werkt met ongekende energie, (142 schilderijen in 1 jaar).

Door de slopende lichamelijke en psychische aandoeningen heeft hij niet meer de kracht om verder te leven. Twee laatste werken duiden al op zijn tragische dood: „Korenveld” en „Kraaien boven Korenveld”. Op 27 juli 1890 schiet hij in zich in zijn borst en overlijdt twee dagen later.

Erkenning van zijn werk komt na zijn dood langzaam op gang. Zijn werken spreken aan door de expressieve kracht. Zo wordt zijn werk van grote invloed op het Expressionisme en op het ontstaan van abstracte kunst in de vroege XX. eeuw. Maar ook later nog laten veel kunstenaars zich inspireren door deze tragische schilder.

Aanmelden: info@bibliotheekkerkrade.nl of 045 763 0520